Weekend 21 & 22 mei 2022
We volgen de geologische opbouw van het beekdal middels grondboringen. Hoe is dit landschap ontstaan en wat kunnen we er aan geologische en (pre)historische fenomenen zien. Het dal van de Drentsche Aa zich heeft aangepast aan de Kwartaire klimaatomstandigheden, de afwisseling van koude en warme tijden. We starten in de ijstijd van het Elsterien (potklei) en eindigen in de huidige warme tijd, het Holoceen (veenvorming in het dal). De excursie staat onder leiding van Dr Wim de Gans, kenner bij uitstek van het gebied en bekend als auteur van het ANWB Geologieboek Nederland. We overnachten in het idyllische dorp Anderen midden in het stroomgebied. Een bijzondere tweedaagse excursie in een prachtige omgeving.
De Drentsche Aa slingert als een te klein riviertje in een te brede dalvlakte. Dat is wat opvalt als je het stroomgebied (Nationaal Park De Drentsche Aa) voor het eerst bezoekt. De brede dalvlakte is ontstaan in de laatste ijstijd (Weichselien). Noord-Nederland was toen weliswaar niet bedekt met landijs zoals in de ijstijd daarvoor (Saalien), maar er heersten hier wel koude, periglaciale (= in de nabijheid van het landijs) omstandigheden, waarvan de schaarse begroeiing (toendra, poolwoestijn) en de permanent bevroren ondergrond (permafrost) de belangrijkste elementen waren. Er waren ook betrekkelijk warmere perioden (Interstadialen), die de bar koude (Stadialen) afwisselden. Deze klimaatafwisseling heeft grote invloed gehad op de geologische ontwikkeling van het dal.
Het standaardwerk over het ontstaan en de ontwikkeling van de Drentsche Aa is geschreven door Wim de Gans (leider van deze weekendexcursie), die er na jaren van onderzoek in 1981 op gepromoveerd is. De belangrijkste conclusies van zijn werk staan 40 jaar later nog fier overeind. Hieronder volgt een korte samenvatting.
De oudste afzettingen in het dal zijn riviersedimenten uit het Eemien, de warme periode (Interglaciaal) na het Saalien. Het dal is vermoedelijk ontstaan door erosie op de overgang van het Saalien en het Eemien, als gevolg van de lage lokale erosiebasis. Door de dal-insnijding wordt de keileem die zich aan de oppervlakte bevindt (en als grondmorene gevormd was onder het landijs) en de top van de onderliggende formaties (Peelo Fm en Fm van Urk) weg geërodeerd. De sedimentatie gaat door tot in het midden van de laatste ijstijd (Pleniglaciaal). In het Pleniglaciaal, de koudste periode van het Weichselien, verbreedt de dalvlakte door verdere opvulling en (thermo Karst) meer-afzettingen domineren. Het daaropvolgende Laat-Weichselien wordt gekenmerkt door afzettingen door de wind (dekzanden) die grote delen van het dalsysteem (en de keileemgebieden daarbuiten) bedekken. Hierdoor desintegreert het afwateringssysteem. Vanaf de overgang naar de huidige warme periode, het Holoceen, veroorzaakt achterwaartse erosie een nieuw afwateringssysteem. Het zo gevormde insnijdingsdal wordt vervolgens opgevuld met veen onder invloed van de stijgende zeespiegel en dus steeds hogere erosiebasis, waardoor de stroomsnelheden afnemen en moerassen ontstaan in het dal.
De drie belangrijkste fasen van riviererosie (insnijding) van de Dr Aa zijn:
(1) overgang Saalien-Eemien, als gevolg van de lage lokale erosiebasis,
(2) Pleniglaciaal, bij een lage zeespiegelstand, en
(3) Overgang Late Dryas (Stadiaal)-Holoceen, door klimaatverandering en daarmee gepaard gaande toenemende vegetatie-bedekking waardoor de hydrologische omstandigheden veranderen.
Excursiepunten, eerste dag:
- Samenkomst met koffie in de Herberg van Anderen; toelichting op het programma.
- Excursiepunt 1. Potklei ten noorden van Anderen (boring).
- Excursiepunt 2. De Kymmelsberg bij Schipborg.
- Excursiepunt 3. Rondwandeling (ca 5 km) vanaf de parkeerplaats bij Oudemolen langs de Dr Aa met grafheuvels, pingoruïne bij Mooi Zeegse, boring in het veen in het dal, en over het Anlooër Diepje terug.
- Overnachting in de Herberg van Anderen
Excursiepunten, tweede dag:
- Excursiepunt 4. Wandeling (ca 2 km) vanaf de parkeerplaats bij Oudemolen langs de Dr Aa in zuidelijke richting naar de doorbraak van de Rug van Tynaarlo.
- Excursiepunt 5. Wandeling (ca 2 km) vanaf de weg Oudemolen-Gasteren naar de Gasterse Duinen met hunebed, stuifzandreliëf en karrensporen.
- Excursiepunt 6. Houtesch bij Amen (twee boringen).
- Excursiepunt 7. Amerdiep bij Grollo (twee boringen).
- Huiswaarts
Heeft u wel belangstelling maar schikt de datum niet, of wilt u bijvoorbeeld met een eigen groep, klik dan hier.
REISINFORMATIE
Datum: zaterdag 21 mei en zondag 22 mei 2022
Verzamelen: 11.00 uur bij de Herberg van Anderen
Begeleiding: Wim de Gans en Flip Kips (fysisch geografen – kwartairgeologen)
Aantal deelnemers:
Prijs: € 110,- op basis van een 2 persoonskamer, toeslag 1 persoonskamer of een kamer in het Droomhotel € 20,-. NB De kamers in de Herberg zijn kleiner dan die in het Droomhotel.
Hotel: De Herberg van Anderen (8 kamers) van hotelier/chef Mathijs Gorter, die ook het diner verzorgd op zaterdagavond (niet inbegrepen). Bij veel aanmeldingen zijn er ook kamers gereserveerd in het nabijgelegen Droomhotel – de 4 seizoenen In Anderen
Vervoer: Eigen vervoer op basis van gedeelde kilometerprijs (19ct/km) of carpoolen
Inbegrepen:
- Organisatie en begeleiding – uitgebreide geologische handouts
- Logies inclusief ontbijt bij gebruik van 2-persoonskamer, een lunchpakket voor zondagmiddag, ontvangst met koffie en wat lekkers op zaterdag.
Niet inbegrepen:
- Vervoer met eigen auto/carpoolen
- Diner op zaterdagavond (facultatief, graag vooraf deelname opgeven