24 – 31 augustus 2019
Waarom deze reis?
- Oude continenten in het hart van Europa
- Dieptegesteenten: eclogiet, serpentiniet, granaatamfiboliet
- Diepste boorgat van Europa: meer dan 9 km diep
- Oude goudmijnen, goudpannen
- Glück auf
- Basalt en granietgroeves en zagerijen
- Geologische en mijnbouw historie: Agricola “De Re Metallica”, Alexander von Humboldt
Inleiding
Het Massief van Bohemen is één van de oudste kernen van het Europees continent. Mede door zijn centrale ligging mogen we het dan ook wel het geologisch hart van Europa noemen. Het gebied heeft zowel in horizontale als verticale zin een lange en zeer bewogen geologische geschiedenis achter de rug, hetgeen heeft geresulteerd in buitengewoon complexe structuren en de vorming van een aantal zeer interessante gesteenten, waarvan sommige op zeer grote diepte in de aardkorst gevormd zijn. Het is dan ook niet zonder reden dat men in dit gebied één van de diepste boorgaten ter wereld vindt: de Kontinentale Tiefbohrung (KTB) te Windischeschenbach. Op 9.1 km onder het aardoppervlak werd de temperatuur uiteindelijk te hoog voor de apparatuur in de boorkop en moest de boring worden stilgelegd. Ook begon door de gigantische druk op die diepte het gesteente te “vervloeien” en kreeg men moeite om het gat open te houden.
Voor zover te traceren loopt de geologische geschiedenis van het Massief van het Laat Proterozoicum, zo’n 700 miljoen jaar geleden, tot in het Kwartair, minder dan 1 miljoen jaar geleden, toen zich nog actief vulkanisme manifesteerde. De daarvan afkomstige basaltkegels markeren nu nog zo hier en daar het landschap.
De huidige excursie leidt ons langs de westelijke rand van het Massief, die hier gedomineerd wordt door de zgn. Frankische Linie een breuk die de complexe gesteenteformatie van het Massief scheidt van de jongere en nauwelijks gedeformeerde sedimenten die oorspronkelijk de bedekking van het Massief vormden.
Vanwege de complexiteit gaan we ons niet te veel verdiepen in de structuur van het Massief zelf. Vele geologen hebben daar al talloze manjaren, zo niet maneeuwen in zitten. Des te meer aandacht zullen we besteden aan de interessante gesteenten, waarvan sommige op zeer grote diepte gevormd zijn maar die tegenwoordig toch aan de oppervlakte te bekijken zijn.
Sinds de Middeleeuwen werden in de regio metalen zoals goud, zilver, koper en zink gewonnen. Tegenwoordig is de mijnbouw van geen belang meer. Wel worden nog industriële mineralen, als kaolien en veldspaat, en basalt en graniet gewonnen.
Verder zullen we aandacht besteden aan de historie van de regio. Hieraan zijn namen verbonden als Agricola en Von Humboldt, namen die een grote rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de moderne geologie en grondstoffenwinning.
GEOLOGIE EN LANDSCHAP
De vroege historie: Precambrium en Paleozoicum
De oorsprong van het Massief van Bohemen ligt ten zuiden van de evenaar. In het Precambrium lag hier in die tijd het supercontinent Pannotia. Zo’n 500 miljoen jaar geleden maakten zich hiervan de continenten Laurentia, Baltica en Siberia los en vervolgens in het Paleozoicum nog eens een aantal kleinere subcontinenten, (zoals Avalonia, Saxothuringia, Moldanubia en Bohemia), die evenals hun eerder genoemde soortgenoten hun reis noordwaarts begonnen. Deze laatste hadden zich inmiddels samengevoegd tot het continent Laurasia.
In het Boven-Devoon, dus 350-400 miljoen jaar geleden botsten al deze subcontinenten en Laurasia op elkaar en begint de zgn. Varisische periode van gebergtevorming. Deze duurt 40-50 miljoen jaar. Onnodig te zeggen dat het tektonische resultaat van deze botsingen extreem ingewikkeld is en we zullen ons hier dan ook niet verder in verdiepen maar volstaan met op te merken dat de restanten van verschillende oude continenten en continentjes nog terug te vinden zijn in het huidige Massief van Bohemen (zie ook bijgaande figuur).
Het Mesozoicum
De gevormde gebergten werden echter vrij snel weer afgebroken en aan het begin van het Mesozoicum brak een lange periode van continentale sedimentatie aan met afzetting van veelkleurige zandsteen (Buntsandstein). Vervolgens komt er gedurende de Juraperiode een dik pakket kalken bij en tenslotte weer zand en klei in het Boven-Krijt. Op dat moment begint ook de botsing van Afrika en Europa zijn volle effect te krijgen.
Als gevolg van de opmars van het Afrikaanse continent naar het noorden worden nu de Alpiene plooiingsgebergten in het zuiden van Europa gevormd. Het noordwesten en centrum van het continent komen tamelijk ongehavend uit deze plooiing tevoorschijn maar toch worden sommige delen van het grondgebergte, ook buiten de directe Alpine plooibundels, opgeheven. Latere erosie verwijderde de jonge deklagen en bracht de oude paleozoïsche en pre-cambrische gesteenten lokaal weer aan de oppervlakte.
Behalve in het Massief van Bohemen vinden we ze terug in het Zwarte Woud en het Odenwald, Deze zgn. tektonische vensters geven ons niet alleen een prachtig beeld van de oude, maar ook van de diepe ondergrond van Europa. Zo werden bijvoorbeeld de eclogieten in ons excursiegebied op tientallen kms diepte gevormd. Tijdens deze meest recente tektonische fase wordt het Massief zelf 2 à 3 km omhoog geduwd. Nu ontstaan het Fichtelgebergte en het Oberpfälzer Wald. Deze sterk geplooide gebergten worden van de relatief ongestoorde sedimentaire bekkens ten westen daarvan gescheiden door een grote zuidoost-noordwest verlopende breuk, de Frankische Linie. De tweedeling van het gebied komt frappant tot uitdrukking in de benaming van de twee riviertakken die bij Kulmbach bij elkaar komen en daar de bovenloop van de Main vormen: de linker tak heet de Weisser Main en ontspringt in de witte granieten en grijze metamorfe gesteenten van het Fichtelgebergte, de rechter, de Roter Main loopt voornamelijk door de rode Bontzandsteen.
Het Tertiair en Kwartair
Het Tertiair kenmerkt zich door verder opheffing van het Massief en de ontwikkeling van de zgn. Egerrift, een zuidwest-noordoost verlopende zone van sedimentatie en recent vulkanisme. Aardbevingen in het gebied duiden erop dat ook heden ten dage de tektonische activiteit in de rift nog niet tot rust is gekomen. De vulkanen manifesteren zich zo hier en daar nog in het landschap door basaltkegels met prachtige zuilenstructuren.
DAGPROGRAMMA
Dag 1: zaterdag 24 aug.
We verzamelen in Steinheid een gehucht in het uiterste zuiden van de deelstaat Thüringen tegen de grens met Beieren. De afstand Utrecht-Steinheid bedraagt 595 kms.
Overnachten in Steinheid
Dag 2: zondag 25 aug.
Deze dag wordt gedeeltelijk geleid door Dr. Martin Schade te Theuern direct ten zuiden van Steinheid. We bevinden ons in het Thüringer Wald in het zuidwesten van de deelstaat Thüringen. Vroeger werd hier op kleine maar uitgebreide schaal goud gewonnen, niet alleen in de bodem maar ook in de rivieren, bv. in de bovenloop van de Saale, die in deze buurt ontspringt.
Martin is een geoloog en mineraloog met uitgebreide ervaring in de verertsingen (o.a. goud en platina) van dit gedeelte van Duitsland. Hij leidt ons in in de geologie van het gebied en we gaan onder zijn leiding zelf goudzoeken.
Na de lunch rijden we naar Bad Berneck waar we de volgende 3 dagen zullen verblijven. In de namiddag bezoeken we de basaltgroeve Schick in Bad Berneck, waar de Frankische Linie dagzoomt. Dr. Joachim Nedvidek leidt ons rond. Vanwege de werkzaamheden in de groeve kan dit niet eerder dan 17:00 uur.
Overnachten in Bad Berneck
Dag 3: maandag 26 aug.
We rijden naar Eppenreuth, een gehucht tussen Münchberg en Hof. We zitten hier in de zogenaamde Münchberger gneissmasse een complex van hoog metamorfe sedimenten. We laten de structuur van dit complex echter voor wat het is en gaan op zoek naar een uitzonderlijk gesteente in de velden ten zuiden van Eppenreuth: eclogiet. Eclogiet is een vrij zeldzaam metamorf gesteente dat aan zeer hoge druk en temperatuur is blootgesteld. Dit komt tot uitdrukking in de mineralogie, nl. rode granaat in een grondmassa van groene omphaciet.
De mineralogie van eclogiet wijst op een vormingsdruk van meer dan 10 kbar
(10 000 atmosfeer) en dieptes van 30-40 km in de aardkorst. Dit zou overeenkomen met de onderkant van de korst of de bovenkant van de mantel, ware het niet dat in gebieden van gebergtevorming de korst grotere diktes kan hebben, tot 70 km toe. Bij Eppenreuth komt de “gewone” granaateclogiet vrij veel voor; moeilijker wordt het de kyanietvariant te vinden.
Na Eppenreuth rijden we naar de Weissenstein waar we de “gewone” eclogiet als vast gesteente aantreffen. Hier kunnen we de uitzichttoren van een weids uitzicht genieten.
In de middag rijden we verder in westelijke richting. We passeren hierbij de Frankische Linie en komen in de Bontzandsteen terecht. In Kulmbach is deze rode zandsteen op grote schaal als bouwsteen gebruikt onder andere voor de enorme Plassenburg uit de onderliggende kelders.
De geschiedenis van Kulmbach en de burcht gaat terug naar de vroege 12de eeuw en bereikte een hoogtepunt onder de Hohenzollern in de 16de eew. Stadsarchivaris Erich Olbrich vertelt ons meer.
Overnachting in Bad Berneck
Dag 4: dinsdag 27 aug.
Evenals het wat verder noordelijk gelegen Ertsgebergte is het Fichtelgebergte door de historie heen een belangrijk mijnbouwgebied geweest. Gedurende 600 jaar was Goldkronach hiervan het middelpunt. Aanvankelijk waren de omstandigheden waaronder gewerkt werd zeer moeilijk en zat er weinig systeem in de deze activiteiten. Agricola (1494-1555), die vooral werkzaam was in het Ertsgebergte, bracht hierin verandering met de publicatie van zijn 12-delige “De Re Metallica”, het eerste standaardwerk over het ontstaan der metaalafzettingen en de ontginning daarvan. Later begon de beroemde ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt (1769-1859) zijn loopbaan als geoloog en mijninspecteur in Goldkronach. Uiteindelijk werden de laatste mijnbouwactiviteiten in deze regio in 1925 gestaakt.
We beginnen de dag met een overzicht van de geologie van dit gebied. Vanaf een uitzichtpunt bij Brandholz bekijken we de geomorfolgie van het landschap en de gesteenten die typerend zijn voor de regio.
Daarna bezoeken we de nu gesloten goudmijn “Mittlere-Name-Gottes“ . Deze goudmijn in de bovenloop van de Main is van de 15de tot het midden van de 19de met tussenpozen actief geweest. In de jaren 20 van de vorige eeuw is opnieuw een poging tot exploitatie ondernomen, maar deze was niet succesvol. Toch wordt geschat dat nog zo’n 11 ton goud in de mijn voorradig is. Ondergronds is goed te zien hoe zones van parallelle kwartsaders gevolgd en ontgonnen werden om hieraan het goud te onttrekken. Als gevolg van de verwering komt dit goud via de Main uiteindelijk in de Rijn terecht.
We krijgen een goed idee van de kruip-door-sluip-door ruimtes waarin men in vroeger tijden zijn brood moest verdienen.
Het Bergbaumuseum in Goldkronach is gewijd aan de geologie en de historie van de mijnbouw in deze streek.
Behalve de eclogiet kent het Massief van Bohemen nog een gesteente waarvan de oorsprong op grote diepte gezocht moet worden, nl. serpentiniet. Serpentiniet is een onder invloed van hete vloeistoffen omgezette variant van duniet, een ultrabasisch gesteente uit de diepe korst dat geheel uit olivijn bestaat.
Na de lunch gaan we naar het nabijgelegen Röhrendorf, waar in vroeger jaren serpentijn ontgonnen werd. De verlaten en overgroeide groeve ligt in een pluk serpentiniet die in zijn lange geologische historie danig is gekraakt en selectief is omgezet waardoor een speciale variant is gevormd ook wel röhrendorfiet genoemd. Deze werd gebruikt voor het vervaardigen van sierraden en kleinere gebruiksvoorwerpen zoals vazen, kopjes en schotels. Naast serpentijn vinden we ook bronziet een fraaie bruine variant van de magnesiumsilicaat enstatiet. Het mineraal vertoont interne reflecties en wordt daarom vaak als siersteen wordt gebruikt.
Overnachting in Bad Berneck
Dag 5: woensdag 28 aug.
Hoofdpunten vandaag zijn de jongen vulkaankegel van Parkstein en de Kontinentale Tiefbohrung te Windischeschenbach.
We reizen binnendoor naar Parkstein via Kemnath en maken een korte stop in Zinst om daar kort de basalten met grote olivijknolllen te bekijken.
Parkstein is een prachtig gelegen stadje bovenop een oude, maar nog goed herkenbare vulkaankegel. Deze vulkanen liggen in de zgn. Egerrift een zuidwest-noordoost verlopende zone, die nog steeds actief is getuige de aardbevingen die in het gebied vorkomen. De basaltmassa van Parkstein vertegenwoordigt de opvulling van een kraterpijp en daarmee verbonden gangen. De zuilstructuren zijn in feite hexagonale krimppatronen en ontwikkelen zich bij langzame afkoeling loodrecht op het koelingsvlak. Het zijn dit soort zuilen dat in Nederland voor de versterking van de dijken wordt gebruikt.
Na de lunch bezoeken we Kontinentale Tiefbohrung te Windischeschenbach. Normaal stijgt de temperatuur in de aardkorst 3°C per 100 meter. Dit heet de geothermische gradiënt. De bedoeling was een temperatuur tussen de 250 en 300°C te bereiken op een diepte van ongeveer 10 kilometer en bij een druk in de orde van 3000 bar. De fysische en chemische eigenschappen van een gesteenten veranderen aanzienlijk onder die omstandigheden. Uiteindelijk werd op een diepte van 9101 meter een temperatuur van 280°C bereikt en werd de boring stil gelegd.
Hoewel de booractiviteiten zijn gestopt is de toren blijven staan en is de locatie ingericht als een geologisch onderzoeks- en informatiecentrum. Dr. Frank Holsförster zal ons een speciale rondleiding (“Fachführung”) geven.
Overnachten in Pleystein
Dag 6: donderdag 29 aug.
Het massief van Bohemen herbergt een aantal grote granietintrusies. Deze intrusies , die zich zo’n 300 miljoen jaar geleden tijdens de Varisische plooiïng naar boven werkten, dienden als motor voor de hete vloeistoffen en de uiteindelijke vorming van de metaalvoorkomens in dit gebied. De graniet is kaliumarm en grijs van kleur. Ze wordt tegenwoordig op uitgebreide schaal gebruikt als “dimension stone” in de bouw en in grafzerken.
Een aantal belangrijke groeves liggen bij Flossenbürg. De omgeving wordt gedomineerd door de ruïnes van een grote burcht daterend uit de 10de eeuw en eens het bolwerk van de Hohenstaufens. De steenhouwerij hier beslaat met ups en downs een even lange geschiedenis. We bezoeken de granietgroeve van de firma Baumann waar we in de zagerij kunnen zien hoe het gesteente o.a. tot vloertegels verwerkt wordt.
De steengroeve van de firma Huber te Winklarn exploiteert een voorkomen van hoogmetamorfe amfibolieten en serpentiniet het product wordt voornamelijk gebruikt als granulaat voor de wegenbouw. Typisch aan de amfiboliet is dat het in een gedeelte van de groeve granaat bevat en in het andere gedeelte niet. Dit betekent dat het gesteente is omgezet bij temperaturen in de orde van 600°C.
Overnachten in Pleystein
Dag 7: vrijdag 30 aug.
De burcht van Leuchtenberg gebouwd op een grote granietintrusie. Net als bij Goldkronach heeft dit geleid tot metaalvoorkomens in de omgeving. Tot echte mijnbouw is het hier echter niet gekomen, maar er is wel goud te vinden in de lokale rivieren. We gaan nogmaals pannen in de Lerau aan de voet van de burcht, waar de Burgwärtin ons daarna zal rondleiden. Ook zullen we de graniet waarop en waarmee de burcht is gebouwd aan nadere inspectie onderwerpen.
‘s Middags rijden we terug naar Pleystein.
De kerk van Pleystein is gebouwd op de Kreuzberg, een wel zeer bijzondere rots: deze bestaat namelijk geheel uit pegmatiet. Pegmatiet is een gesteente dat ontstaat uit de restsmelt van granietintrusies. Het is de laatste fase van de smelt die indringt in gangen in de omgeving van de intrusie. De mineralen die meestal bestaan uit kwarts en veldspaat kristalliseren zeer grof uit.
De pegmatiet onder de kerk bestaat uit een kwartskern (geel in de figuur hiernaast) met daaromheen een zone van veldspaat en kwarts (paars). De Kreuzberg is vooral bekend als vindplaats van rozekwarts en rookkwarts. Tussen 1851 en 1920 is echter een groot gedeelte van de berg gebruikt als grondstof voor de porselein en glasindustrie. Om de typische mineralen te zien gaan we dan ook naar het museum aan het centrale plein. Naast kwarts heeft dat ook een zeer fraaie collectie van andere mineralen uit het Massief van Bohemen.
Overnachten in Pleystein
Dag 8: zaterdag 31 aug.
Terugreis Pleystein-Utrecht; de afstand Pleystein-Utrecht via Frankfurt bedraagt 729 kms.
OVERIGE INFORMATIE
Deze reis is eigen vervoersreis. De afstand Utrecht-Steinheid bedraagt 595 kms. Dagelijkse afstanden tijdens de excursie bedragen tussen de 10 en 140 kms met een totaal van ca. 490 kms. Als je geen eigen vervoer hebt kunnen we car-poolen. We streven er naar om het aantal auto’s tijdens de excursie zo klein mogelijk te houden.
Meenemen:
Denk aan kleding, laarzen, wandelschoenen, regenkleding, loep en eventueel hamer.
Let op!
- Als het minimale aantal deelnemers niet wordt gehaald kan de reis worden geannuleerd (zie ook het Reisreglement).
- Denk aan een reis- en annuleringsverzekering en een paspoort met voldoende geldigheid.
Heeft u wel belangstelling maar schikt de datum niet, of wilt u bijvoorbeeld met een eigen groep, klik dan hier.
REISINFORMATIE
Geologische reisleiding:
Deelnameprijs:
€ 660 bij een minimum aantal van 8 deelnemers
€ 550 bij 12 deelnemers
Inbegrepen:
- overnachtingen in eenvoudige Gasthöfe en hotels met ontbijt
- deelnameprijs is op basis van tweepersoonskamer
- excursiegids, begeleidings-en organisatiekosten
- lokale gidsen en entreekosten:
- Goldmuseum Theuern, goudpannen incl. materiaal
- Stadskeller Kulmbach, stadsarchivaris als gids
- Voormalige goudmijn Goldkronach
- Museum Goldkronach
- KTB Boring incl Fachführung
- Museum Pleystein en gids
- Burcht Leuchtenburg en gids
- goudpannen Lerau incl. materiaal
Niet inbegrepen :
- reiskosten eigen vervoer
- lunches en diners
- de éénpersoonskamertoeslag bedraagt € 110,-